24497 |
verwelken |
verslakken:
verschlakke (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] || Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakt:
versjlakte (Q201p Wijlre)
|
verwelken
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
verwende poet:
verwende poet (Q201p Wijlre)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verwunsje (Q201p Wijlre)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
bede:
leje (Q201p Wijlre)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
versoeme (Q201p Wijlre)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18277 |
vest |
verhoging:
verhuging (Q201p Wijlre)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33756 |
veulen |
veulen:
vȳǝlǝ (Q201p Wijlre)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
chəvi.ərt (Q201p Wijlre)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie (Q201p Wijlre),
koffiedrinken, het -:
koffi drinke (Q201p Wijlre),
koffiedrinkə (Q201p Wijlre)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|