e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brandslang sluik: vgl.Du. Schlauch  sjloeg (Wijlre) de buis van soepele stof waardoor het water van een brandspuit geleid wordt [ader, darm] [N 90 (1982)] III-3-1
brasser draufgnger (du.) (zn.): drauf gènger (Wijlre) woest en wild leven, met veel cafés bezoeken [wilden] [N 87 (1981)] III-3-1
brief brief: bre:f (Wijlre) brief [RND] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaat (Wijlre) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
broeden broeden: breuje (Wijlre), uitbroeden: oet brüje (Wijlre) Hoe heet verder: broeden? [N 93 (1983)] || ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-2
broedende kip op eieren kloek: kluk (Wijlre) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broedhokje broedhok: breuj hok (Wijlre) Hoe heet verder: broedhokje, broedvak? [N 93 (1983)] III-3-2
broedschotel broedkom: breuj kom (Wijlre), kom: komp (Wijlre) Hoe heet verder: aarden schotel dienend als nest? [N 93 (1983)] III-3-2
broedsel broed: brūt (Wijlre) broed III-4-1
broek: algemeen broek: brook (Wijlre, ... ) Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3