21305 |
buurten |
buurten:
burte (Q201p Wijlre)
|
heimelijk kopjes koffie bij elkaar drinken [tontelen, konkelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22411 |
caleidoscoop |
kijkdoos:
kiekdoees (Q201p Wijlre)
|
Een kijker die eenvoudige daarin gelegde kleurige voorwerpjes veelvoudig weerspiegelt en zo regelmatige bij de geringste beweging telkens afwisselende figuren vertoont [caleidoscoop, kijkbus]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21223 |
calèche -> koets (alg.) |
koets:
koetsj (Q201p Wijlre)
|
een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24604 |
canadapopulier |
canadas:
canadas (Q201p Wijlre)
|
kanadas, canadese populier
III-4-3
|
22423 |
carambole |
carambole (fr.):
carambole (Q201p Wijlre)
|
Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
vastelavondsoptocht:
vastelaovesoptoch (Q201p Wijlre)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20913 |
champignon |
champignon:
sjampigon (Q201p Wijlre)
|
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19943 |
chrysant |
allerheiligenbloem:
Allerheiligeblom (Q201p Wijlre),
chrysant:
crysante (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
20545 |
cichorei |
suikerij:
sügereij (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
circustent:
sirkestent (Q201p Wijlre)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|