e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de tafel dekken dekken: dèkke (Wijlre) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de vastgestelde tijden aflezen opnemen: opnimme (Wijlre) het aflezen van de vastgestelde tijden? [N 93 (1983)] III-3-2
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen in de korf zetten: in der kurf zette (Wijlre) de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2
de was bleken bleken: blei-kə (Wijlre) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was invochten sprinkelen: sjprin-kə-lə (Wijlre) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1
deerniswekkend zielig: zielig (Wijlre) een sterk gevoel van medelijden over het leed van anderen opwekkend [onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4
degelijk kan men op stokken: kan men op stokke (Wijlre) degelijk te werk gaand zodat men erop kan vertrouwen [tedeeg, grondig] [N 85 (1981)] III-1-4
dekken dekken: dekke (Wijlre) Hoe noemt u het vrouwelijke dier bevruchten (dekken, rijden, springen, remmelen) [N 83 (1981)] III-4-2
deksel van de karnton plank: plaŋk (Wijlre), stop: štǫp (Wijlre) Deksel met een opening voor de karnstaf. [A 7, 21; JG 1a, 1b; Ge 22, 38; N 12, add.] I-11
deksel van een doodskist deksel: deksel (Wijlre) het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 87 (1981)] III-2-2