e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geit geit: gęi̯t (Wijlre) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
geitestal geitestal: gęi̯te[stal] (Wijlre) De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.] I-6
gek persoon quatsch-kop (< du.): kwatsjkop (Wijlre) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken flauwekul maken: flawe kul maken (Wijlre) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkengesticht: gekke gesjtich (Wijlre) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
geknotte wilg wijde: wie(ën) (Wijlre), wiej (Wijlre), wijdenstok: wiejesjtok (Wijlre) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] || knotwilg III-4-3
geld geld: xɛld (Wijlre), xɛlt (Wijlre) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
geld inzetten poulen (<fr.): poele (Wijlre) geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)] III-3-2
gelderse roos wilde vlier: wille vléér (Wijlre) Gelderse roos (viburnum opulus). Tot 3 m hoge struik; de bladeren zijn enkelvoudig en 3- tot 5-lobbig, slap en grof getand; de bloemen staan in platte tuilen, die aan de rand groot, stervormig en onvruchtbaar zijn; de middelste zijn kleiner en vruchtbaar. [N 92 (1982)] III-4-3
gele ganzebloem alverderf: alverderf (Wijlre) Gele ganzebloem (chrysanthenum segetum 20 tot 60 cm groot. De stengel is kaal en blauwgroen gekleurd. De bladeren zijn omgekeerd eivormig tot langwerpig, ze zijn kaal en blauwgroen, de bovenste zijn vrijwel ongedeeld, getand en iets stengel omvattend, d [N 92 (1982)] III-4-3