34440 |
herdershond |
schepershond:
šīpǝrshunt (Q201p Wijlre)
|
Hond van verschillend ras die door de herder wordt gebruikt ter bewaking van de schaapskudde. [N 7, 68; N 78, 21a; L 6, 30; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
24894 |
herfst, najaar |
najaar:
naojaor (Q201p Wijlre)
|
het derde van de vier jaargetijden, de tijd tussen zomer en winter [bamis, bamistijd, natijd, uitgang] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19907 |
herfstsering |
floks:
floks (Q201p Wijlre)
|
Herfstsering (Phlox paniculata L.). De bladeren zijn alle breed, meestal 2 cm of meer. De stengel is hoog, veelal 1 m of meer, tevens gevlekt, met talrijke, tot een dikke tros verenigde, bloemen. de kelkslippen zijn spits. De kroon heeft een lange buis en [N 92 (1982)]
III-2-1
|
24621 |
herfsttijloos |
kuifje:
kejfkes (Q201p Wijlre)
|
Herfststijloos (colchicum autumnale). Het is een knolgewas met bleek lila bloemen, die veel op die van een crocus lijken, maar aan de 3 draadvormige stijlen en de 6 meeldraden dadelijk te herkennen. De bloemen verschijnen in de herfst en de vruchten in he [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24877 |
herik |
zemp:
zęmp (Q201p Wijlre),
-
zemp (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre)
|
herik (Sinapis arvensis) [DC 17 (1949)] || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.]
I-5, III-4-3
|
34145 |
herkauwen |
nirgelen:
nergǝlǝ (Q201p Wijlre),
nergǝlǝn (Q201p Wijlre)
|
Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.]
I-11
|
24458 |
hermelijn |
fret:
frèt (Q201p Wijlre),
wezel:
weeəzel (Q201p Wijlre)
|
hermelijn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21713 |
herstemmen |
oppenieuw stemmen:
op e nüts sjtümme (Q201p Wijlre)
|
opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24321 |
hert, ree |
ree:
rieë (Q201p Wijlre)
|
Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)]
III-4-2
|
22120 |
het binnenkomen van de duif |
inkomen:
i komme (Q201p Wijlre)
|
Hoe zegt men: het binnenkomen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|