e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijnandsrade

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfzand drijfzand: driefzand (Wijnandsrade) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drilklos drilklots: drelklǫts (Wijnandsrade) Onderdeel van een boogdrilboor, bestaande uit een houten of ijzeren rol met aan de onderkant een puntboor en aan de bovenkant een spil. Zie ook afb. 125. [N 33, 128] II-11
drilkoord drilzeil: drelzęjl (Wijnandsrade) Het koord van de drilboog waarmee men een boogdrilboor heen en weer kan laten draaien. Het koord wordt daartoe om de drilklos heen geslagen. Zie ook afb. 127. [N 33, 129] II-11
drinken lessen: lesjə (Wijnandsrade) drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
droesem dras: dras (Wijnandsrade) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
dronkaard boemelaar: boemeleer (Wijnandsrade), zatlap: zaatlap (Wijnandsrade), zuiplap: zoeplap (Wijnandsrade) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
droog blijven goed weer: good wéjər (Wijnandsrade) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
drop lakrits: lakrits (Wijnandsrade) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater lakritswater: lakritswater (Wijnandsrade) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): naat (Wijnandsrade, ... ), regenachtig (weer): rèəgənegtig (Wijnandsrade), vochtig (weer): vogtig (Wijnandsrade, ... ), waterkoud (weer): watərkoud (Wijnandsrade) nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4