e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijnandsrade

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flensje pannenkoekje: pannəkeuksjkə (Wijnandsrade) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
flets flets: fletsj (Wijnandsrade), vaal: vaal (Wijnandsrade) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
flink; flinke persoon flink: flink (Wijnandsrade) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fris weer fris: frisj (Wijnandsrade) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: fronsə (Wijnandsrade), rimpelen: rimpələ (Wijnandsrade) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten knatsen: knatsjə (Wijnandsrade) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten bruin braden: broen broa (Wijnandsrade) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
gaan liggen (van de wind) gaan liggen: geit liGGə (Wijnandsrade) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: gaar (Wijnandsrade), pratsgaar: pratsj gaar (Wijnandsrade) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] || moes worden; Hoe noemt U: Tot moes koken (moezen) [N 80 (1980)] III-2-3
galsteen galsteen: galsjtê (Wijnandsrade) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2