24627 |
plantenstek |
stek:
WLD
sjtek (Q108p Wijnandsrade)
|
Afgesneden takje dat men in de grond zet om er een nieuwe plant uit te laten groeien (stek, poot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24667 |
plataan |
plataan:
WLD
plataan (Q108p Wijnandsrade)
|
De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
19336 |
plezier maken |
spa (du.) maken:
sjpas makə (Q108p Wijnandsrade)
|
plezier, pret maken [plezieren, ruizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18052 |
pokdalig |
pokdalig:
pokdalich (Q108p Wijnandsrade)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canada:
WLD
canada (Q108p Wijnandsrade)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21521 |
potlood |
potlood:
potloeëd (Q108p Wijnandsrade)
|
een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21834 |
praatje |
praatje:
preuëtjə (Q108p Wijnandsrade)
|
een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19333 |
pret, schik |
spa (du.):
sjpas (Q108p Wijnandsrade)
|
een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20462 |
preuts |
preuts:
preuts (Q108p Wijnandsrade)
|
preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
proberə (Q108p Wijnandsrade)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|