e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wilderen

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poken keuteren: keuteren (Wilderen) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
politieagent bode: ɛne boy (Wilderen) Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)] III-3-1
pommelee, appelschimmel pommelee: pumǝ`lęi̯ (Wilderen) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
poort poort: pōt (Wilderen) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: pūǝt (Wilderen  [(mv pūǝtǝ)]  ) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-9
pootgoed, pootaardappelen plantpatatten: plãnt[patatten] (Wilderen) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pop pop: poup (Wilderen) Een pop. [ZND 40 (1942)] III-3-2
portret, foto portret (<fr.): portret (Wilderen) Portret. [ZND 40 (1942)] III-3-2
postbode facteur (fr.): faktøͅir (Wilderen) postbode [RND] III-3-1
postelein postelein: poͅstəlēͅən (Wilderen) [Goossens 1b (1960)] I-7