e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wimmertingen

Overzicht

Gevonden: 779
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paraplu paraplu: paraplu (Wimmertingen) paraplu [ZND 40 (1942)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅrə (Wimmertingen) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parochie parochie: `kerkelijke gemeente met een pastoor`  z. toel. (Wimmertingen) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasgeboren kalf kwak kalf: kwak [kalf] (Wimmertingen) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): baas  patron (Wimmertingen), heilige (m)  patroun (Wimmertingen) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3
paus paus: de paus (Wimmertingen) De paus. [ZND 40 (1942)] III-3-3
pek pek: pɛk (Wimmertingen) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pɛkdrǭt (Wimmertingen) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
penis van de stier schacht: sxā.x (Wimmertingen) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
pennenhouder pennensteel: pennesteil (Wimmertingen) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1