21415 |
pennenhouder |
pennensteel:
pennesteel (Q079a Wintershoven)
|
pennenhouder [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
33717 |
penwortel van een den |
wortel:
wǫtǝl (Q079a Wintershoven)
|
De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b]
I-8
|
24856 |
perzikkruid |
wilweie:
welwɛi̯ (Q079a Wintershoven)
|
Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5
|
18634 |
pet met brede klep |
klak:
klak (Q079a Wintershoven)
|
pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
zijden klak:
zeijə klak (Q079a Wintershoven)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klak:
klak (Q079a Wintershoven)
|
pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33568 |
peterselie |
petersel:
peͅi̯tərse.l (Q079a Wintershoven)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
19547 |
petroleumlamp |
petroleumhanglamp:
pətrōlējømhaŋlamp (Q079a Wintershoven)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21063 |
peul |
peul:
peul (Q079a Wintershoven)
|
groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
peul:
peul (Q079a Wintershoven),
schaal:
šōͅəl (Q079a Wintershoven)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)]
I-7
|