18372 |
krakende schoen |
kraakschoen:
kraksxuwnə (P044p Zelem)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20708 |
krentenbol |
rozijnenkoek:
Syst. Frings
rəzɛnəkuk (P044p Zelem)
|
Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
rozijnenmik:
Syst. Frings
rəzɛnəmek (P044p Zelem)
|
Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33910 |
kreupel zijn |
(het is/staat) kreupel:
krø̄pǝl (P044p Zelem)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
33831 |
kribbebijter |
kribbijter:
krøbɛ̄tǝr (P044p Zelem)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
26629 |
kriel |
kriel:
krel (P044p Zelem)
|
Het op twee na fijnste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kriel grover dan boulté en fijner dan kortmeel. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ en ɛbuilmolenɛ. Een aantal molenaars (Q 95, Q 176, Q 188, Q 241) maakt geen onderscheid tussen de verschilende soorten die tussen ɛbloemɛ en ɛzemelenɛ worden aangetroffen. Zij die wel verschillende benamingen gebruiken, noemen kriel en biest datgene wat het dichtste bij meel staat.' [JG 1b; Vds 248; Jan 243; Coe 220; Grof 247; N O, 38e]
II-3
|
34465 |
krielkip |
kriezelhennetje:
krīzǝlhenǝkǝ (P044p Zelem)
|
Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.]
I-12
|
21501 |
krijt |
krijt:
krēͅt (P044p Zelem)
|
krijt [ZND m]
III-3-1
|
17579 |
kroeshaar |
krulletjes:
krələkəs (P044p Zelem)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19581 |
kruik |
kruik:
krø͂ͅk (P044p Zelem)
|
kruik [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|