34154 |
niet drachtig |
muntig:
møntex (P044p Zelem)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
schuurpoort:
sxyi̯ǝrpōrt (P044p Zelem)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
21654 |
niet gunnen |
niet verkopen:
ps. omgespeld volgens Frings.
teͅs neͅ fərkoͅxt (P044p Zelem)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gapen:
gāpə (P044p Zelem)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18122 |
nijdnagel |
nagelbuik:
nāgəlbøͅk (P044p Zelem)
|
stroopnagel (ingescheurd vlees aan de nagelrand) [N 10b (1961)]
III-1-2
|
20752 |
niknak |
niknak:
Syst. Frings
neknak (P044p Zelem)
|
Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
28593 |
nitraat |
nieterzout:
nitǝrzãt (P044p Zelem)
|
Zout van salpeterzuur. Deze stof gebruikt men eveneens ter bedwelming van de bijen. [N 63, 77c; JG 1a+1b; JG 2b-5, 10; monogr.]
II-6
|
21651 |
notariskosten |
ongeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
oŋeͅlt (P044p Zelem)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18334 |
nylonkous |
nylonkous:
nēͅlon kāsə (P044p Zelem)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24941 |
oerbank |
hete boteren:
heͅtə boͅtərə (P044p Zelem)
|
zachte of harde roestbruine aardlaag in het bodemprofiel (koffiebank, koffielaag, zandoer, oerbank?) [N 27 (1965)]
III-4-4
|