e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
perzik pche (fr.): pīəs (Zelem, ... ) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid reutsel: røtsǝl (Zelem) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet met brede klep lonkklak: lunklak (Zelem), zeemansklak: zīəmansklak (Zelem) pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)] III-1-3
pet met opstaand bovenstuk kepie: kəpi. (Zelem) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen klak: klak (Zelem, ... ) pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie petersel: petərsel (Zelem) [Goossens 1b (1960)] I-7
peul, dop (znw) schulp: sxøͅləp (Zelem) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pōlə (Zelem) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulerwten sluimerwten: slēͅmeͅtə (Zelem) [Goossens 1b (1960)] I-7
piepen tsjiepen: tšipǝ (Zelem) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12