33633 |
puthaak |
putsikse:
pøtseksə (P044p Zelem)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33623 |
putzwengel |
sikse:
seksə (P044p Zelem, ...
P044p Zelem)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pizəma (P044p Zelem),
pəžəma (P044p Zelem)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
geraadsel(tje):
graoitsel (P044p Zelem)
|
Een raadsel. [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
vinstǝr (P044p Zelem
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
30182 |
raamwerk |
geraamte:
gǝramtǝ (P044p Zelem)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
raapsmout:
ropsmāt (P044p Zelem)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
28447 |
raat |
wasraat:
wasrōwǝt (P044p Zelem
[(in kas)]
),
wasschijf:
(mv)
wassxę̄vǝ (P044p Zelem
[(in kaar)]
)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19576 |
ragebol |
halve maan:
haləfmoͅən (P044p Zelem)
|
ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rijder:
rēͅər (P044p Zelem)
|
rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|