e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
soepterrine soepkom: sopkum (Zelem) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
sok sok: zoͅk (Zelem) sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)] III-1-3
sokophouder jarretelle (fr.): šárteͅl (Zelem) sokophouder, band om de kuit [N 24 (1964)] III-1-3
soldaat soldaat: soldo.ət (Zelem) soldaat [RND] III-3-1
soldaatjes korstjes: Syst. Frings  køskəs (Zelem) Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
soortige koe goed soort koe: gui̯ sōrt kui̯ (Zelem) Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140] I-11
sorteermachine trieur: trii̯ø̄r (Zelem) Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32] I-5
sorteren met de hand uitrapen: ø̜trāpǝ (Zelem) Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.] I-5
sorteren met de machine triëren: trii̯ērǝ (Zelem) Zie de toelichtingen bij de lemmaɛs Sorteren Met De Hand en Sorteermachine. [N 12, 33] I-5
spaak karspeek: (mv)  kē̜rspikǝ (Zelem), speek: spik (Zelem), speken: spīkǝ (Zelem) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13