33665 |
vetweide |
vetwei:
vętwēi̯ (P044p Zelem),
vętwē̜ (P044p Zelem)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝ (P044p Zelem)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvɛiərt (P044p Zelem)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
32765 |
vierhoekige eg |
vierkantige [eg]:
vīrkantegǝ [eg] (P044p Zelem)
|
De oude houten, later ook ijzeren eg die een vierhoekig geraamte had; zie afb. 53 en 54. Deze eg was niet altijd vierkant of rechthoekig: soms waren de hoofdbalkjes lichtelijk gebogen of vormden de balken een ruitvormig raam. Waar de vierhoekige eg blijkens de opgaven als onkruideg en/of als zaadeg in gebruik was, is vermeld in de betrokken lemmata. Zie verder het lemma ''eg''. [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 71 + 72 + 75 add.; N J 10; A 13, 16b; div.; monogr.]
I-2
|
21542 |
vijf frank |
vijf frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
vēͅfraŋ (P044p Zelem, ...
P044p Zelem)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21621 |
vijftig frank |
vijftig frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
feͅftəxfraŋ (P044p Zelem)
|
50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17825 |
vinden |
vinden:
vinə (P044p Zelem)
|
vinden [ZND m]
III-1-2
|
17768 |
vinger |
vinger:
viŋər (P044p Zelem, ...
P044p Zelem)
|
vinger [RND], [ZND m]
III-1-1
|
24402 |
visaas |
piering:
pireͅŋ (P044p Zelem)
|
wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)]
III-4-2
|