e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

Gevonden: 2292
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diarree schijt: sxęt (Zelem) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] I-11
diep diep: dip (Zelem) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dij bil: bil (Zelem) dij [ZND m] III-1-1
dijk dijk: dēͅk (Zelem) dijk [ZND m] III-3-1
dikke boterham paardensnee: Syst. Frings  pɛjərəsnē (Zelem) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke snee brood paardensnee: Syst. Frings  pɛjərəsnē (Zelem) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke want pijtjeshaas: pēkəsha.sə (Zelem) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal wollen sjaal: wolə ša.l (Zelem) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel winterjas: wentərjas (Zelem) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] III-1-3
directoire stropbroek: stropbrŭk (Zelem) directoire, damesbroek met elastiek in de pijpezoom [sjans-, sjemieboks] [N 25 (1964)] III-1-3