e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

Gevonden: 2292
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfzand loopzand: lyjəpzant (Zelem) loopzand [N 27 (1965)] III-4-4
dringen dringen: drin`ə (Zelem) dringen [ZND m] III-1-2
drinken drinken: driŋkə (Zelem) drinken [ZND m] III-2-3
drinken bij de zeug zuigen: zø̜̄gǝ (Zelem) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas glas: gəlas (Zelem), pint: pent (Zelem), pint (Zelem) drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinkkuil in de wei drinksel: dreŋsǝl (Zelem) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge koe droge: drygǝ (Zelem) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
drogen, droog worden (van gemaaid gras) versterven: vǝrstęr(ǝ)rvǝ (Zelem) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droog weer droog: drûûch (Zelem) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) sti drȳx (Zelem), dryxstøn (Zelem) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11