e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaadspreekster babbelkaas: babbelkaas (Zepperen), kwaaitong: kouətoeng (Zepperen), kwade tong: koe-e tong (Zepperen) vrouw die gaarne kwaadspreekt [ZND 29 (1938)] III-1-4
kwaken kwaken: kwaken (Zepperen), kwākǝ (Zepperen) Het geluid dat de koninginnen maken net vóór ze uit de cel komen. Waarschijnlijk luistert de jonge, nog niet uitgelopen moer, of zij antwoord van een mogelijke mededingster krijgt op dit gekwaak. Als dit niet het geval is, kan ze de moercel verlaten. [N 63, 32a; N 63, 33a; Ge 37, 43] || Roepen, gezegd van de eenden. [L 37, 8b] I-12, II-6
kwaker kwaker: kwaker (Zepperen) Koningin die vlak vóór het uit de cel komen een dof, kwakend geluid laat horen. [N 63, 32b; N 63, 32a; N 63, 33b] II-6
kwalijk nemen het kwaad opnemen: ook materiaal znd 29, 19  kouət (opgenaume) (Zepperen) kwalijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
kwartel kwakkel: kwakkel (Zepperen, ... ) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kweek pettem: pętǝm (Zepperen), pettemen: pettemen (Zepperen), pɛtǝmǝ (Zepperen) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweekgras (Agropyrum repens) [Lk 04 (1953)] I-5, III-4-3
kweepeer kweekpeer: kweekpeer (Zepperen), kweepeer: kweipieər (Zepperen) [ZND 29 (1938)] I-7
kwezel kwezel: wa in kwezel (Zepperen), waa ənə kwijzel (Zepperen) Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwispelstaarten be zijn staart houwen: be zənə stat haue (Zepperen), be zijn staart kwispelen: bij zenne stat kwispele (Zepperen) kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
laag grond laag: laog (Zepperen) laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4