e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
libel en waterjuffer kledermaker: kleiermaoker (Zepperen) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal liberaal: ’t is ne libəraal (Zepperen) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lichaam: licham (Zepperen), lichaom (Zepperen), lijf: laiəf (Zepperen) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
licht verkouden een beetje verkoud: ich ben e bietje verkaat (Zepperen) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] III-1-2
lichte klei pijpgrond: pęi̯ǝpgrǫnt (Zepperen) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichtgeraakt, kregel gauw kwaad: ook materiaal znd 28, 49  gau koaut (Zepperen), krikkelachtig: ook materiaal znd 28, 49  krikəlàtəx (Zepperen) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: lit van de vereeneging (Zepperen) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje lied: liət (Zepperen), liedje: li.tsjə (Zepperen), lietje (Zepperen), liətjə (Zepperen) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [RND] III-3-2
liegen liegen: liegə (Zepperen) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: liès (Zepperen), lē̜ǝ.s (Zepperen), līs (Zepperen), moes: muš (Zepperen) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, I-9, III-1-1