28483 |
verzegeld broed |
gesloten broed:
gǝslǫtǝ bruwǝt (P177p Zepperen)
|
Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a]
II-6
|
28650 |
verzegelde honing |
gesloten honing:
gesloten honing (P177p Zepperen),
gezegelde honing:
gezegelde honing (P177p Zepperen),
rijpe honing:
rijpe honing (P177p Zepperen)
|
Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.]
II-6
|
28479 |
verzegelen |
verzegelen:
vǝrzęjgǝlǝ (P177p Zepperen)
|
Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71]
II-6
|
30026 |
verzopen kalk |
verdronken:
vǝrdruŋkǝ (P177p Zepperen)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
30014 |
verzopen mortel |
verdonken:
vǝrdruŋkǝ (P177p Zepperen)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
də vɛ.əspərs (P177p Zepperen)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
34071 |
vetkoe |
vetbeest:
vɛtbɛs (P177p Zepperen)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
28543 |
vetvliegen |
vetvliegen:
vetvliegen (P177p Zepperen)
|
Het snel volvliegen door de bijen van korf of kast met honing bij goed honingweer. [N 63, 47c]
II-6
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwēi̯ (P177p Zepperen)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̜i̯.lǝ (P177p Zepperen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|