25624 |
gaten in de kruim |
zoutplakken:
zǭwtplakǝ (P177p Zepperen)
|
De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig beïnvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.]
II-1
|
25619 |
gebarsten en zwartgeblakerde korst |
verbrande korst:
vǝrbjānǝ kǫǝs (P177p Zepperen)
|
Door een te hoge oventemperatuur ontstaat er een verkoolde korst. Een aantal benamingen duidt op het hele brood. [N 29, 66b; N 29, 66a]
II-1
|
17623 |
gebit |
gebeet:
gǝbęi̯ǝ.t (P177p Zepperen),
gebit:
gebeeət (P177p Zepperen)
|
Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)]
I-9, III-1-1
|
30037 |
gebluste kalk |
geleste kalk:
gǝlēs˱dǝ kalǝk (P177p Zepperen),
stubkalk:
støpkalǝk (P177p Zepperen)
|
Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.]
II-9
|
19725 |
gebouw |
gebouw:
gəbōͅəu̯ (P177p Zepperen, ...
P177p Zepperen)
|
een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
22436 |
gebruik |
gewente:
geweente (P177p Zepperen)
|
Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
19090 |
gedienstig |
gedienstig:
hi is gedinstig (P177p Zepperen)
|
Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
19046 |
geduld |
geduld:
heet toch e wa geduld (P177p Zepperen)
|
Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
18916 |
gedwee |
gewillig:
NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??
ië gewilleg keeənd (P177p Zepperen),
ook materiaal 23, 69; znd 35, 49
gewillig (P177p Zepperen)
|
Een gewillig (gedwee) kind. [ZND 35 (1941)] || gedwee [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
korenvos:
korrevôs (P177p Zepperen)
|
geelgors
III-4-1
|