33163 |
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen |
schieten:
sxī.tǝ (P177p Zepperen)
|
J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17]
I-5
|
22399 |
kien! |
kien:
kin (P177p Zepperen)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienspel:
kinspel (P177p Zepperen)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
17764 |
kies |
baaktand:
bouktānd (P177p Zepperen),
ənə beuəktant (P177p Zepperen),
dikke tand:
ənən dikken tant (P177p Zepperen)
|
een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
20498 |
kieskauwer |
kniezer:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)
kniezer (P177p Zepperen)
|
kieskeurig [ZND 27 (1938)]
III-2-3
|
20571 |
kieskauwerig |
gier:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)
gier (P177p Zepperen)
|
kieskeurig [ZND 27 (1938)]
III-2-3
|
24416 |
kieuwen |
kieuwen:
ook in ZND 27, 084
kieuwen (P177p Zepperen),
oren:
ook in ZND 27, 084
oore (P177p Zepperen)
|
kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
24337 |
kikker |
kwakvors:
kwakfoͅs (P177p Zepperen),
kwakvros:
kwakvrôs (P177p Zepperen)
|
kikvors || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
paddengetrek:
padəgətrɛk (P177p Zepperen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)getrek:
padəgətrɛk (P177p Zepperen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|