e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zie mijnen

Overzicht

Gevonden: 436
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halsdoek foulard: fulār (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zolder]), zakdoek: zak˱duk (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg]) Het vierkant stuk stof dat de mijnwerkers als beschermmiddel tegen stof voor de mond of in de hals dragen. [N 95, 65; monogr.; Vwo 326; Vwo 868] II-5
handhamer vuisthamer: vūshamǝr (Zie mijnen  [(Domaniale / Wilhelmina / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Willem-Sophia]), vuistje: vȳskǝ (Zie mijnen  [(Maurits)]  [Winterslag, Waterschei]) [N 95, 742; monogr.] II-5
handlamp pot: pǫt (Zie mijnen  [(Maurits)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.] II-5
harmonica bergmannsklavier: bɛrxmansklavēr (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  ) Spottende benaming voor een trekharmonica. Het woord werd aan het begin van de zestiger jaren reeds als verouderd beschouwd (Lochtman pag. 169). [monogr.] II-5
hefboom racagnac: rakáŋjak (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) Hefboom van een zwikboor waarmee mijngaten worden geboord. De "racagnac" wordt verticaal bewogen en doet de boor draaien. Soms wordt de term bij uitbreiding wel eens gebruikt voor het hele toestel. Opgaven van het type "racagnac" komen ook voor in het lemma Stijlentrekker, omdat ook bij dit werktuig met behulp van een hefboom een heen- en weer gaande beweging wordt gemaakt. Volgens Haust (pag. 170) is de term een klanknabootsing. [Vwo 644] II-5
helling grâle: grāl (Zie mijnen  [(Beringen)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), helling: hęleŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Winterslag, Waterschei, Eisden]), opgaande voie: opgāndǝ vōj (Zie mijnen  [(Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Houthalen]), voie montante: vōj montantǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Houthalen)]  [Emma]), èmontemint: montmẽ̜ (Zie mijnen  [(Zolder)]  [Beringen]) Hellende mijngang, vaak voor mechanisch vervoer. Het woordtype "grâle" wordt in de mijn van Beringen gebruikt voor een hellende gang die gaat van een grote dwarsgang naar een pijler die lager ligt. [N 95, 517; monogr.; N 95, add.; Vwo 344; Vwo 367] II-5
het bovengronds bedrijf bovengrond: bōvǝgront (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma]), dag: dax (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het bovengronds mijnbedrijf. [Vwo 186; Vwo 265] II-5
het dak afkloppen aankloppen: ānklǫpǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma]), afkloppen: afklǫpǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) Door middel van kloppen onderzoeken of zich in het dakgesteente losse steenlagen bevinden die dreigen in te storten. Een goed dak geeft een scherpe klank, terwijl een slecht dak een doffe of holle klank laat horen (Handb. H. pag. 115). [N 95, 486; N 95, 890; N 95, 298; monogr.; Vwo 9, Vwo 44] II-5
het kippen basculage: baskølāš (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het omkantelen van volle wagens met behulp van een wagenwipper. [Vwo 96] II-5
het ondergronds bedrijf (de) ondergrond: ondǝrgront (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]), fond: fõ̜ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]), put: pøt (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het ondergronds mijnbedrijf. [Vwo 324; Vwo 553; Vwo 637, N 95, 113; monogr.] II-5