28032 |
het pijlerfront rechtmaken |
scrâweren:
skrawērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Wanneer in een pijler op de ene plaats het front al verder vooruitgedreven is dan op een andere, wordt de uitstekende hoek van het pand waar de steenkool nog niet gewonnen is, afgerond. Hiervoor gebruikt men de term "scrâweren". [Vwo 698]
II-5
|
28033 |
het rechtmaken van het pijlerfront |
scrâwèdje:
skrawɛtš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits])
|
Het rechtmaken van het pijlerfront. [Vwo 699]
II-5
|
28354 |
het vastzetten |
calage:
kalāš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits])
|
Het vastzetten van iets. [Vwo 208]
II-5
|
27874 |
hoekschoten |
hoekmijnen:
hukmenǝn (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Met springstof gevulde schietgaten in de hoek van een schietfront. [Vwo 377]
II-5
|
27231 |
hoofdopzichter |
conducteur:
kondøktø̜̄r (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
),
kōdyktø̜̄r (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Boven de meester-opzichter staat de hoofdopzichter. Deze heeft de leiding over de ondergrondse werken. De conducteur in de Belgische mijnen heeft de chef-porions onder zich en de ingenieurs boven zich. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 247]
II-5
|
28153 |
houtboor |
ebel:
ēbǝl (Q000 Zie mijnen
[(Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
egger:
ęgǝr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen)]
[Zolder, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
evel:
ēvǝl (Q000 Zie mijnen
[(Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
ever:
ēvǝr (Q000 Zie mijnen
[(Zolder / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
houtboor:
hǭwtbōr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen]),
negger:
nɛgǝr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen)]
[Beringen, Zolder, Houthalen])
|
Boor waarmee gaten in hout kunnen worden geboord. De "houtboor" wordt vooral gebruikt voor het maken van gaten in de houten dwarsliggers onder de spoorstaven. [Vwo 302; Vwo 307; Vwo 314; Vwo 315; Vwo 382; Vwo 545]
II-5
|
27913 |
houtjongen |
houtjong:
houtjong (Q000 Zie mijnen
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Mijnwerker die belast is met het transport van houten stijlen e.d. naar de pijler. [monogr.; div.]
II-5
|
28300 |
houtwagen, houtslede |
sclî:
skli (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Houthalen]),
sklī (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Houthalen)]
[Domaniale]),
slede:
sli (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
slē (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden]),
truck:
try ̞k (Q000 Zie mijnen
[(Zolder / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
trøk (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zolder, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
IJzeren mijnwagentje voorzien van twee zijwanden of enkele opstaande ijzers, waarmee lang materiaal zoals boorijzers, lange stijlen en luchtkokers worden vervoerd. De "mop" uit Q 121 was een halfronde mijnwagen voor materiaaltransport, die op de Domaniale mijn uitsluitend in hellingen en dalingen werd gebruikt. [N 95, 329; monogr.; Vwo 697; Vwo 712; Vwo 801]
II-5
|
27892 |
hulpondersteuningen plaatsen |
afmiddelen:
āfmędǝlǝ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]
[Maurits])
|
Hulpondersteuningen onder de bestaande ondersteuning plaatsen in mijngangen die aan sterke druk onderhevig zijn. [monogr.]
II-5
|
27869 |
hulpschoten, helpers |
afdekker:
āfdękǝr (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
grote stop:
grote stop (Q000 Zie mijnen
[(Zolder / Houthalen)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
helpers:
helpers (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Laura, Julia]),
mijnen van de tweede serie:
menǝn van dǝ twēdǝ sǝri (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
tweede serie:
twēdǝ sǝri (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zolder, Houthalen])
|
De schietgaten die liggen in de tweede van de concentrische ringen waarin het schietfront verdeeld is. De woordtypen "onderkoppen" en "bovenzolen" (Q 121) duiden hulpschoten aan die respektievelijk aan de bovenzijde en aan de onderzijde van de inbraak zijn gelegen (Lochtman pag. 64). Het woordtype "afdekker" (Q 112a) is meervoud. [N 95, 438; monogr.; Vwo 522; Vwo 806]
II-5
|