e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zie mijnen

Overzicht

Gevonden: 436
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagraver nagraver: nāgrāvǝr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ravaleur: ravǝlø̜̄r (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]) Mijnwerker die de opgepofte vloer van de galerij opruimt. In voorkomende gevallen is de nagraver tevens spoorlegger. [Vwo 542; Vwo 651] II-5
neerbraak neerbraak: nērbrāk (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) Een blinde schacht die in benedenwaartse richting wordt gedreven. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Blinde Schacht, Tussenschacht en Opbraak. [N 95, 184; N 95, 78; monogr.; Vwo 544] II-5
neerlaten aflaten: aflātǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]) Iets neerlaten in de ondergrond. [N 95, 611; Vwo 46; monogr.] II-5
niet losgeschoten gesteente brug: brøk (Zie mijnen  [(Domaniale)]  [Maurits]) Gewelfvormig stuk steen dat bij het schieten is blijven staan. [monogr.] II-5
nummeren aankrijten: ākritǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Emma)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Mijnwagens met krijt voorzien van een nummer of een merkteken om ze op deze wijze te kunnen tellen. [monogr.; N 95, 677; N 95, 682] II-5
ombraak contour: kontūr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), kõtūr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ombraak: ǫmbrāk (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]), omloop: ǫmlōp (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.] II-5
omkeerrol keerrol: kērrǫl (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) Rol aan het eind van de bandtransporteur waarover de band weer wordt teruggevoerd. [N 95, 642; monogr.] II-5
onderkabel slodderzeel: šlǫdǝrzēl (Zie mijnen  [(Maurits)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderste gedeelte voet: vut (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]) Het onderste gedeelte van iets, bijvoorbeeld van een pijler, een stijl enz. [monogr.; Vwo 837] II-5
ondersteunen apôyeren: apujērǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Laura, Julia]), boheren: bohērǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]), bouwen leggen: bø̜j lęqǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Winterslag, Waterschei]), onderstutten: ondǝrstøtǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma, Maurits]), stutten: støtǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]), uitbouwen: ø̜̄jtbǫwǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Laura, Julia]) Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5