28343 |
transportgoot |
bak:
bak (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
goot:
gōt (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
IJzeren plaat van ongeveer 1 meter lengte die aan de zijkanten omgebogen is. De bak is onderdeel van de schudgoot en wordt samen met de andere platen van de schudgoot door een motor opgeheven. Door de zwaartekracht, een andere motor, of een tegencilinder wordt de opgeheven bak in zijn oorspronkelijke toestand teruggebracht. Aldus ontstaat een schuddende beweging. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Schudgoot. [monogr.; N 95, 612; Vwo 76; Vwo 343]
II-5
|
28303 |
trein van mijnwagens |
rist:
rest (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Waterschei, Eisden]),
rits:
rets (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
râme:
ramp (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zolder]),
rám (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Rij aaneengekoppelde mijnwagens. [monogr.; Vwo 648; Vwo 663; Vwo 664; N 95, 674]
II-5
|
28264 |
trek |
trek:
trɛk (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Eén reis van de liftkooi in de schacht van beneden naar boven of van boven naar beneden. Het woordtype "voortog" (Q 121) is van toepassing op een personentrek 15 minuten voordat het normale personenvervoer aan het begin en einde van de dienst van start gaat. [Vwo 794; monogr.; N 95, 611]
II-5
|
28322 |
trekhaak |
haal:
hiǝl (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II)]
[Wilhelmina])
|
Trekhaak aan de staaldraad van een lier. [monogr.]
II-5
|
17898 |
trekken |
trekken:
trɛkǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Een reis met de liftkooi in de schacht uitvoeren. [Vwo 795]
II-5
|
27764 |
tuimelaar |
hampeleman:
ha.mpǝlǝma.n (Q000 Zie mijnen
[(Oranje-Nassau III / Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Beveiliging aan tussenschachten die verhindert dat wagens in de schacht rollen, wanneer de liftkooi niet aanwezig is. [monogr.]
II-5
|
27569 |
uitbetaling van loon |
paardenkoers:
pjęrǝkūrs (Q000 Zie mijnen
[(Beringen)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
paye:
pę̄j (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden, Zwartberg]),
quinzaine:
konžęm (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kǝzęm (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei]),
kǝžęm (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Het loon kan per dag, om de veertien dagen of om de maand uitbetaald worden. In dit lemma komen algemene benamingen voor de uitbetaling van loon voor maar ook benamingen die specifiek duiden op een veertiendaagse uitbetaling of een maandelijkse. Het woordtype "quinzaine" kan naast een veertiendaagse uitbetaling ook wel het loon aanduiden dat om de maand betaald wordt. [N 95, 973; N 95, 975; N 95, 28; monogr.; Vwo 168; Vwo 171; Vwo 416; Vwo 437; Vwo 578; Vwo 590]
II-5
|
28003 |
valse muur |
onderhayerij:
ondǝrhàjǝrę̄j (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
rotte dèye:
rǫtǝ dę̄j (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
slechte dèye:
slextǝ dę̄j (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
valse dèye:
valse dèye (Q000 Zie mijnen
[(Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
valse muur:
valsǝ mȳr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Laag zeer zacht gesteente, bijvoorbeeld leisteen, die zich onder de koollaag bevindt. Een dergelijke laag is ongeschikt om er ondersteuningen op te plaatsen en moet daarom worden verwijderd. [monogr.; Vwo 55; Vwo 669; Vwo 710; Vwo 811]
II-5
|
28353 |
vastzetten |
caleren:
kalērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vastzetten:
vastzɛtǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Iets vastzetten, bijvoorbeeld de motor van een schudgoot. [Vwo 210; Vwo 814; N 95, 300]
II-5
|
28306 |
veiligheidshaak |
varkensstaart:
varkǝsstārt (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Gekrulde aankoppelhaak die soms om veiligheidsredenen bij het aankoppelen van mijnwagens wordt gebruikt. [Vwo 813]
II-5
|