21497 |
hartelijk |
hartelijk:
ze hemmen oos gul hertelek ontvangen (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
|
Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
22758 |
harten in het kaartspel |
harten:
herten oeës (K361p Zolder),
hérte (K361p Zolder)
|
Harten (kaartkleur). || Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)]
III-3-2
|
18090 |
hartinfarct |
beslag:
beslaag (K361p Zolder),
hartinfarct:
hartinfarct (K361p Zolder)
|
Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (hartverlamming, beslag, infarct, attaque). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
32977 |
haver |
haver:
hā.vǝr (K361p Zolder)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
33386 |
haverkist, hakselkist |
haverkist:
[haver]kest (K361p Zolder)
|
De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.]
I-6
|
34285 |
haverkorfje |
havermaat:
havermaat (K361p Zolder),
korenmaat:
korenmaat (K361p Zolder)
|
Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112]
I-11
|
24412 |
hazelworm |
glasslang:
glao.ssláng (K361p Zolder)
|
hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)]
III-4-2
|
19534 |
hecht van een mes |
handvat:
o.
hantfāt (K361p Zolder)
|
handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17857 |
heen en weer draaien |
draaien:
dreën (K361p Zolder),
ronddantelen:
ró.ntda.ntele (K361p Zolder),
rondhangen:
ró.nthánge (K361p Zolder)
|
Heen en weer draaien (drentelen, drimmelen, drispelen, draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17865 |
heen en weer schuiven |
weveren:
wiē.vere (K361p Zolder),
wiebelen:
wiebelen (K361p Zolder)
|
Heen en weer schuiven (wiebelen, wiemelen, sjroevelen, winaauwen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|