e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K361p plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lade lade van de tafel: laej van də taofəl (Zolder), lāi van də tūafəl (Zolder), lade van een tafel: läai van n toêfəl (Zolder), tafellade: to͂fəllāi̯ (Zolder) een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)] || lade van een tafel [ZND 37 (1941)] III-2-1
lade in de kleermakerstafel lade: lãj (Zolder) De lade in de kleermakerstafel, waarin men opbergt wat nog niet wordt behandeld. Volgens de informant van Q 198 was er geen lade in de tafel. [N 59, 1b] II-7
laden laden: lǭi̯.ǝ (Zolder) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lader lader: lā.jǝr (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau I]) De persoon die op de laadpunten de kolen in de mijnwagens laadt door het openen en sluiten van de laadbak. Indien aanwezig, bedient hij ook de wagentrekker of de lier waarmee de wagens verplaatst kunnen worden. [N 95, 141; monogr.; Vwo 229; Vwo 236; Vwo 461; Vwo 465; Vwo 666] II-5
lading vracht: vraxt (Zolder) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lage kaart(en) ijloog: eilôêch (Zolder) Lage kaart (2 tot 10). III-3-2
lage, natte plekken in moeras waterkot: wātǝrkōt (Zolder) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lage, natte zandgrond lage grond: lēgǝ gront (Zolder) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lam lammetje: lɛmǝkǝ (Zolder), mettetje: mɛtǝkǝ (Zolder) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Zolder) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12