e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K361p plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaam lijf: lɛif (Zolder) het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichtgeraakt, kregel rap geraakt: ook materiaal znd 28, 49  rap gərakt (Zolder) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: e leed van en verieniging (Zolder), e lid vanne bond (Zolder), ie lid va ien vergoadering (Zolder) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje lied: e liit (Zolder), lied (Zolder), lit (Zolder), liedje: lieke (Zolder), liike (Zolder), like (Zolder), likə (Zolder), Alleen het verkleinw. is gebruikelijk, z. liet: leed.  lieke (Zolder) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || lied [GTRP (1980-1995)] || Lied(je). || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
lies liest: list (Zolder) Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12
lieveheersbeestje lievevrouwtjesbeestje: ook in ZND 16, 006  lievevroakebiesteke (Zolder), onzelievevrouwebeestje: ook in ZND 16, 006  ōslivrōēbisteke (Zolder) lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)] III-4-2
lijfbieden, prolapsus vaginae (de) koning stoten: (de koe) styt dǝ kø.neŋ (Zolder) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
lijkbidder lijkbidder: znd 1 a-m; znd 30, 25;  leikbəddər (Zolder, ... ) lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] III-2-2
lijn waar het spel begint schraam: Trèkd es en schram óp e gró.nt (bij het schrémke schîe.te).  schram (Zolder) 2. (Getrokken) streep, schraam. III-3-2
lijnzaadmeel lijzerdmeel: lezǝrtmēǝl (Zolder) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5