e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K361p plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
radijs radijs: rədeͅi̯s (Zolder) [ZND 41 (1943)] I-7
radmaker ramaker: rāmākǝr (Zolder) Vakman die gespecialiseerd is in het maken van houten wielen voor karren en wagens. Reparaties aan de houten wielen konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Kaulille (L 316), Neeroeteren (L 368), Maaseik (L 372), Opoeteren (L 415), Meldert (P 45), Duras (P 115), Ulbeek (P 121), Hoepertingen (P 188), Waasmont (P 211), Veldwezelt (Q 91), ɛs-Herenelderen (Q 168). De metalen onderdelen voor de kar- en wagenwielen, zoals de wielbanden en de asbus werden vaak door de lokale smid geleverd. Hij voerde daar ook reparaties aan uit. Dit laatste was volgens informatie van de zegslieden het geval in Heppen (K 316), Beringen (K 358), Neerpelt (L 312), Bocholt (L 317), Gruitrode (L 366), Neerglabbeek (L 367), Ulbeek (P 121), Sint-Truiden (P 176), Hasselt (Q 2), Genk (Q 3) en Neerharen (Q 96c). Zie verder ook de paragraaf over de vaktaal van de karsmid in wld II.11, pag. 128-139.' [N G, 1b; N G, 2; L 34, 18; monogr.] II-12
rafel fralie: a = alpha; schwa = ook lang  frāəlis (Zolder) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3
rafelen rafelen: réfelen (Zolder), refelen: rē̜fǝlǝn (Zolder), uitrufelen: ǭtryęfǝlǝ (Zolder) Rafelen. Aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, reffelen, rieffelen, rufelen] [N 114 (2002)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenborstel: spenəboͅrsəl (Zolder) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails rails (<eng.): rels (Zolder) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar rammel: en rammel (Zolder), rammeltje: e rémmelke (Zolder), rémmelke (Zolder), rijder: reͅiər (Zolder) het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || Rammel, rammelaar (speeltuig voor babys). || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1, III-3-2
rammelkar rammelkar: ramǝlkęr (Zolder) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rammenas rammenas: ramənasp (Zolder) [ZND 41 (1943)] I-7
rampvlucht rampvlucht: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  en ra.mpvlucht (Zolder) een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)] III-3-2