e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K361p plaats=Zolder

Overzicht

Gevonden: 3499
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geprimeerde stier prijsvar: prɛ̄s˲vē̜r (Zolder) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gereedschap getuig: gǝtø̜̄.x (Zolder  [(Zolder)]   [Zwartberg, Waterschei]) Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.] II-5
gereedschap inleveren [gereedschap] binnenbrengen: benǝbreŋǝ (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724] II-5
gereedschapsmagazijn magazijn van de fond: magǝzę̄.n van ǝ fǭ (Zolder  [(Zolder)]   [Emma]) Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727] II-5
gereedschapsring haak: huǫk (Zolder  [(Zolder)]   [Zwartberg, Waterschei]) Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.] II-5
gereedschapszak getuigzak: gǝtø̜̄.x˲zak (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Zak waarin de mijnwerker zijn gereedschap kan opbergen. [N 95, 764] II-5
geren op een spij laten uitlopen: op ǝn spęj lwǫtǝn ǭ.tlupǝ (Zolder) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerst gerst: gɛrs (Zolder), gɛrst (Zolder) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: gerstebier (Zolder) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geschiedenis geschiedenis: ien geschiedenis vertüllen (Zolder) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1