19125 |
leugen |
leugen:
das en leugen (K361p Zolder),
das ien leugen (K361p Zolder),
da’s ’n louge (K361p Zolder)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
zetel:
zētəl (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
leurder (K361p Zolder),
ps. omgespeld volgens Frings.
lørdər (K361p Zolder),
schooier:
sXoͅiər (K361p Zolder)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] || Kramer. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
op commerce (fr.) gaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
ob komeͅrs gən (K361p Zolder)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
lîevə (K361p Zolder)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
lîevə (K361p Zolder)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
21002 |
leverpastei |
pat:
pá’tē (K361p Zolder)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lēəwoͅrst (K361p Zolder)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
tenensnijder:
tenesnijer (K361p Zolder)
|
waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
21506 |
liberaal |
liberaal:
hij es ne liberaal (K361p Zolder),
tes ne liberaul (K361p Zolder),
tes ne lubberâal (K361p Zolder)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|