e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijst met deelnemende duiven souche?: soes, soesj (Zolder), (v.).  soesj (Zolder) de lijst waarop elke liefhebber zijn deelnemende duiven laat inschrijven? [N 93 (1983)] || Souche: inzetbulletin bij duivenwedstrijd. III-3-2
limburgse klei leem: lim (Zolder) Vraag N 27, 42 vroeg naar benamingen voor löss of ø̄Limburgse kleiø̄ en vraag N 27, 45 naar die voor de ø̄bruine, taaie, Limburgse klei, vooral langs hellingenø̄. Op grond van de antwoorden zijn deze vragen tot √©√©n lemma versmolten. Van Dale (elfde druk, blz. 1610) definieert löss als volgt: ø̄vruchtbare, weinig plastische leemsoort, licht vuilgeel of roodgeel van kleur, in Nederland ook wel Limburgse klei genoemdø̄. [N 27, 42; N 27, 45; N 27, 33] I-8
liniaal regel: nə regəl (Zolder) Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linkerkant van het paard haarkant: hārka.nt (Zolder) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
links, linkshandig links: links (Zolder), slinks: slings (Zolder) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linkshandig persoon linkse poot: ne linkse poet (Zolder), linkse, een -: ne linksen (Zolder), slinkse, een -: ne slingse (Zolder) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linnen, linnengoed linnen: linǝ (Zolder) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lintwormen lintwormen: Opm. enkelvoud: ne li.ntwù.rem.  li.ntwùrem (Zolder) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)] III-3-2
lip lip: lip (Zolder), løp (Zolder) lip [RND] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lip van een hoefijzer lip: løp (Zolder) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11