e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neet, luizenei neet: nēt (Zolder) neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negenoog negenoog: negenūg (Zolder, ... ), zevenoog: zevenūg (Zolder, ... ) negenoog (bloedzweer, fr. juroncle) [ZND 05 (1924)], [ZND 05 (1924)] III-1-2
neger neger: neger (Zolder) neger [ZND 44 (1946)] III-3-1
nek nek: nek (Zolder), nék (Zolder), nęk (Zolder) Nek: achterste deel van de hals [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
nestbroer weerga: weergaoj (Zolder) 2. (Bij duiven) Nestbroer of -zuster, dier van een paar dat erg op het andere gelijkt. III-3-2
nestduif nestduif: nèstdouf (Zolder) Nestduif, duif die "op nest"gespeeld wordt. III-3-2
nestelgaatje (bij knoopsgat) oog van het knoopsgat: ūx van t knypsxāt (Zolder) Het peervormige gaatje aan de voorkant van een knoopsgat. [N 59, 140] II-7
nestkastje nestkastje: nèskaske (Zolder) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1
nestverlater vlug: zə zɛn vløg (Zolder) jonge vogel in staat uit te vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
neus neus: neus (Zolder) Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] III-1-1