18183 |
passen |
passen:
passen (K361p Zolder),
pasǝ (K361p Zolder)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)]
II-7, III-1-3
|
28898 |
passpiegel |
spiegel:
spigǝl (K361p Zolder),
spī.gǝl (K361p Zolder)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
33561 |
pastinaak |
pasnaken:
besnāke (K361p Zolder),
pasnaak (K361p Zolder)
|
pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pə’sto.ər (K361p Zolder)
|
pastoor [RND]
III-3-3
|
20685 |
patates frites |
frieten:
frittə (K361p Zolder),
frutten (K361p Zolder)
|
de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)]
III-2-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
poͅ,tər (K361p Zolder)
|
pater [RND]
III-3-3
|
27841 |
patroon |
patroon:
pǝtrun (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Maurits])
|
Springstofpatroon. De springstofpatronen die in de mijn gebruikt worden, zijn ongeveer 12 tot 15 cm lang, hebben een diameter van ongeveer 3 cm en wegen 100 gram (Vanwonterghem pag. 87). [N 95, 424; N 95, 420; monogr.; Vwo 219; Vwo 588]
II-5
|
23284 |
patroonheilige, kerkpatroon |
patroon (<fr.):
baas = de patron (m)
de patron (K361p Zolder),
heilige = ne patroen (m)
ne patroen (K361p Zolder),
het heeft deze 3 betekenissen en is steeds mannelijk
nə patrun (K361p Zolder)
|
Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
27845 |
patroontas |
poederzak:
pojǝrzak (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Leren tas die men zorgvuldig kan sluiten en waarin men veilig springstof van het ondergronds magazijn naar het werkfront kan brengen. [monogr.; N 95, 421; Vwo 589; Vwo 611]
II-5
|
28941 |
patroontekenen |
patroon op stof leggen:
pǝtrun ǫp stǫf lęgǝ (K361p Zolder),
patroon uittekenen:
pǝtrun ø̜jttikǝnǝn (K361p Zolder)
|
Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b]
II-7
|