17729 |
scheel zien |
lonken:
Bet: loensch kijken.
loenken (K361p Zolder),
Bet: scheel kijken.
loengken (K361p Zolder),
scheel kijken:
schië.l kiēke (K361p Zolder),
scheel zien:
scheel zien (K361p Zolder)
|
lonken (uitspraak en betekenis) [ZND 37 (1941)] || Scheel zien: gebrek van de ogen waarbij de oogassen niet op een zelfde punt gericht kunnen worden (scheel zien, scheel kijken, loensen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
27553 |
scheenbeschermer |
scheenlap:
sxēnlap (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Emma])
|
Bescherming voor het scheenbeen. Het dragen van deze beenkappen kan worden voorgeschreven in dikke lagen, in steile pijlers, bij het werken aan steendammen en bij het nabreken. [N 95, 885]
II-5
|
18727 |
scheerapparaat |
scheermachine:
schearmachine (K361p Zolder)
|
Een electrisch scheerapparaat [scheermachine, scheerder] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18402 |
scheermes |
scheermesje:
schearmeske (K361p Zolder)
|
Een scheermesje. Een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
34587 |
schei |
schei:
sxē (K361p Zolder),
scheien:
sxēǝ (K361p Zolder)
|
Elk van de houten balkjes die de berries verbinden en scheiden en zo de berries evenwijdig houden. Deze balkjes worden door openingen in de berries gestoken en door middel van spieën stevig vastgezet. Het aantal scheien van een kar is afhankelijk van de lengte van de berries. Een hoogkar heeft bijgevolg meer scheien dan een stortkar. [N 17, 24 + 40; N 8, 106; N G, 56e + 58a; JG 1a, JG 1b; monogr]
I-13
|
22148 |
scheidingswand tussen verschillende hokjes in een duivenmand |
scheiden, het ~:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
et scheeje (K361p Zolder),
separatie:
ps. of moet het "supperao.sie"zijn?! De ene keer schrijft hij/zij een "a"en de andere keer een "d"?!
en supperao.sie (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: scheidingswand tussen verschillende hokjes? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25023 |
schemering, valavond |
valavond:
valavond (K361p Zolder)
|
Hoe heet de schemering (de tijd voor het donker wordt) ? [ZND 42 (1943)]
III-4-4
|
20510 |
schenkel |
hammetje:
hɛməkə (K361p Zolder)
|
schenkel [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
23081 |
schepnet |
schepzak:
schùpzák (K361p Zolder)
|
Schepnet.
III-3-2
|
18298 |
scheren |
scheren:
schearen (K361p Zolder)
|
Zich scheren. De baardharen afscheren [scheren, raser, rasieren] [N 114 (2002)]
III-1-3
|