id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18529 | binnenzak | binnenbuidel: benəbøͅil (Zolder) | een binnenzak met ruimte tussen de zak en het pand (monikazak?) [N 59 (1973)] III-1-3 |
22689 | bioscoop | cinema: ne sinnemá (Zolder), sinnemá (Zolder) | Cinema: bioscoop, film(industrie). || het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] III-3-2 |
22953 | bioscoop? | film: B.v. ne schoene fu.lem. fu.lem (Zolder) | Film (fotografie, cinema, waas). III-3-2 |
33936 | bit | toom: tum (Zolder) | IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10 |
19352 | bits | bars: hiè es nogal barsch (Zolder, ... ) | Hoe zegt ge << hij is nogal bits, scherp, prikachtig>> in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)] III-1-4, III-3-1 |
18635 | bivakmuts | bivakmuts: bivakmøts (Zolder) | bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)] III-1-3 |
18113 | blaar | blaar: bloar (Zolder), blein: bloan (Zolder, ... ) | een blaar (wanneer men zich heeft verbrandt) [ZND 32 (1939)] || een blaar in de handen door het vasthouden van een werktuig, bv. een hamer [ZND 32 (1939)] || een blaar onder de voeten, door het gaan veroorzaakt [ZND 32 (1939)] III-1-2 |
28115 | blaasleiding | blaaspijp: bluǫ.spę̄.p (Zolder [(Zolder)] [Emma]) | De leiding waarmee het opvulmateriaal door middel van samengeperste lucht in de ontkoolde ruimte wordt geblazen. Aan het einde van de leiding bevindt zich de vulschop. [N 95, 559; monogr.] II-5 |
28113 | blaasmachine | blaasmachine: bluǫ.smǝšin (Zolder [(Zolder)] [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) | Machine waarmee het opvulmateriaal, vaak wasserijstenen, onder druk in een op te vullen ruimte kan worden geblazen. [N 95, 557; monogr.] II-5 |
18096 | blaasontsteking | blaasontsteking: blaasontsteking (Zolder) | Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis, krelkespis, kou op de blaas). [N 107 (2001)] III-1-2 |