22118 |
uit een andere richting dan die van de losplaats aankomen |
aan de onderkant:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ze zitten aon den ónnerka.nt (K361p Zolder),
bovenkant:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
de boo.veka.nt (K361p Zolder)
|
Hoe zegt men: uit een andere richting dan die van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22119 |
uit een schuine richting t.o.v. die van de losplaats aankomen |
van bezijden:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
vá bezeije (K361p Zolder),
van de zijkant:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
van e zeika.nt (K361p Zolder)
|
Hoe zegt men: uit een richting schuin ten opzichte van die van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
32709 |
uiteenploegen |
openslaan:
ō.pǝslō.n (K361p Zolder)
|
Manier van ploegen (met een "enkele" ploeg), waarbij de voren in de richting van de zijkanten van de akker worden omgekeerd. Nadat men aan een van beide zijden de eerste voor heeft geploegd, laat men de ploeg slepend over de wendakker gaan naar de andere zijde, om daar de tweede voor te ploegen. Via de andere wendakker verplaatst men zich weer naar de overzijde. Achtereenvolgens ploegt men nu de 3e voor tegen de Ie, de 4e tegen de 2e, enz. Terwijl de sleepweg van de ploeg over de wendakkers steeds korter wordt, komen de beide voren dichter bij elkaar te liggen, totdat zij midden op de akker bij elkaar komen en daar een greppel of laagte vormen. Voor de termen aanschieten op de reen en op de reen beginnen zie men ook het lemma de eerste voor ploegen, onder C. [N 11, 48; N 11A, 121a; JG 1a + 1b; A 33, 1a + b; monogr.]
I-1
|
18573 |
uitgaanskleren |
om uit te gaan:
kleren om uit te goan (K361p Zolder)
|
Uitgaanskleren. De kleren die men draagt als men uitgaat. [N 114 (2002)]
III-1-3
|
34169 |
uitgeteld zijn |
vaardig zijn:
vɛrex (K361p Zolder)
|
De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43]
I-11
|
26705 |
uitgeveende grond |
uitgeturfde grond:
uitgeturfde grond (K361p Zolder)
|
Grond of plek waaruit het veen is weggehaald. [N 27, 18c]
II-4
|
17854 |
uitglijden |
uitschampen:
#NAME?
otschampen (K361p Zolder)
|
uitglijden [ZND 24 (1937)]
III-1-2
|
28972 |
uithalen van de doorslagsteken |
uittrekken:
uittrekken (K361p Zolder)
|
Het verwijderen van de doorslagsteken. [N 59, 51b]
II-7
|
32967 |
uitkomen |
uitkomen:
ǭ.tkōmǝ (K361p Zolder)
|
Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17]
I-4
|
21953 |
uitkomen van de eieren |
kippen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
kippe (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder: uitkomen van de eieren? [N 93 (1983)]
III-3-2
|