e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vinger vinger: viŋər (Zolder) vinger [RND] III-1-1
vingerhoed vingerhoed: veŋǝrhū.t (Zolder) Dopje of hoedje van harde stof, bijv. metaal, dat men bij het naaien over de top van een vinger zet om die te beschermen en aan de naald kracht bij te zetten. De vingerhoed is van boven dicht, dit in tegenstelling tot de naairing. Zie afb. 13. [N 59, 14; N 62, 67a; Gi 1.IV, 61; MW; monogr.] II-7
vingerlid lid: leet van ne vinger (Zolder), lëet vanne vinger (Zolder), vingerlid: vingerleet (Zolder) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
violier flier: flier (Zolder), violier: flier (Zolder) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viool viool: en vjool (Zolder), Jonger.  vejool (Zolder) het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp] [N 112 (2006)] III-3-2
viooltje fletje: flettekes (Zolder), hondsfletje: honsfletteke (Zolder) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
visaas vismade: vesmoͅi̯ (Zolder) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2
vishengel garde: giër (Zolder), visgarde: en vèsgiër (Zolder), vèsgiër (Zolder), Sub giër, (2).  vèsgiër (Zolder), vislijn: vèslein (Zolder) 1. Vislijn (touw met haak 2. Vislijn met stok, roe. || 2. Verkorte vorm van [...] vèsgiër (hengelroede). || Hengel(roe). || Hengelroede. || het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede] [N 112 (2006)] III-3-2
visnet net: nèt (Zolder) 1. Net (visv.). III-3-2
vissen vissen: Ook fig., haken naar.  vèsse (Zolder) Vissen. III-3-2