e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voogd momber: mommer (Zolder), mommert (Zolder) voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voorbereiding préparatoire: preparetwār (Zolder  [(Zolder)]   [Winterslag, Waterschei]) Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843] II-5
voorhoofd voorhoofd: de oe-e-ren va zè veurhûd (Zolder) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorhuid vel: vé.l (Zolder), velletje: Kind..  vélleke (Zolder) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorklauw teen: tin (Zolder) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knęi̯ (Zolder) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voorkrimpen krimpvrij maken: krø.mpvrē̜. mākǝ (Zolder), voorstrijken: vø̄rstręjkǝ (Zolder) Het natmaken en weer droogpersen van de stof om te voorkomen dat deze later zal krimpen. [N 59, 81a] II-7
voorpand voorkant: vø̄rkant (Zolder), voorste: vørstǝ (Zolder) Voorstuk van een jas, vest enz. [N 59, 93] II-7
voorschaar voorschulp: vø̄r[schulp] (Zolder) De vóór het kouter geplaatste kleine schaar, die bij het ploegen de bovenste laag van de "harde voor" afschilt en deze met de mest en evt. onkruid in de open voor schuift. De in dit lemma vermelde meervoudsvormen zijn waarschijnlijk verstrekt naar aanleiding van een wentelploeg, die immers van twee boven elkaar staande voorscharen is voorzien. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegschaar. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2c ; N 11, 31.IV.a; N 11, 33f + g; N 11A, 85a; monogr.] I-1
voorschieten voorschieten: ps. omgespeld volgens Frings.  v"rsxitə (Zolder) Voorlopig voor iemand betalen [verschieten? b.v. ik zal het wel voor u verschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1