e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwziek koteren: Rond het huis van zijn liefste hangen vóór er normale verkering is.  kōē.tere (Zolder), lopentig: Schertsend  luupetich (Zolder), vrouwlie-achtig: vròlie-échtig (Zolder), vrouwliegek: vroliegék (Zolder), vrouwliezot: vròliezót (Zolder) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vruchtbare grond goede grond: gui̯ǝ gront (Zolder) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtvlies vliezen: de vlieze zèn al gebroo.ke (Zolder) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 115 (2003)] III-2-2
vuistslag op de rug dof: nen dòf gië.ve (Zolder) Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)] III-3-2
vuldoek zak: zak (Zolder  [(Zolder)]   [Eisden]) Jute weefsel dat wordt gebruikt voor het tegenhouden van de opvulling. Volgens een invuller uit Q 121 was het "blaaslijnen" een doek dat op de Domaniale mijn in de lengte van de pijler verticaal werd opgehangen als begrenzing voor de stenen. De "afslag" die men op de vier Oranje-Nassaumijnen kende, was volgens de respondent uit Q 113 verstevigd met dunne houtstijlen. [N 95, 565; N 95, 563; monogr.] II-5
vultrechter trechter: trɛ.xtǝr (Zolder  [(Zolder)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De vultrechter, onderdeel van de blaasmachine, waarin het opvulmateriaal gestort wordt. [N 95, 558] II-5
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Zolder) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
vuurtje stoken vuurtje stoken: Sub stoo.ke.  vuurke stoo.ke (Zolder) (Kindert.) Ergens een open vuur aanleggen. III-3-2
waaienx waaien: waaien.  wéén (Zolder) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
wachten op de geloste duiven loeren: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  lōēre (Zolder) Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)] III-3-2