18105 |
zweer |
zweer:
zweer (K361p Zolder)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
33875 |
zwellen van de uier |
(ze is aan het) uieren:
ø̜i̯ǝrǝ (K361p Zolder)
|
[N 8, 51]
I-9
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
z(w)eume (K361p Zolder),
zwumme (K361p Zolder),
zwɛmən (K361p Zolder)
|
zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND] || Zwemmen.
III-3-2
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
haamhout:
hāmhō.t (K361p Zolder),
koppel:
kǫpǝl (K361p Zolder)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|
28506 |
zwerm |
zwerm:
zwę.rǝm (K361p Zolder)
|
Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
28505 |
zwermen |
zwermen:
zwęrǝmǝ (K361p Zolder)
|
Het verlaten van korf of kast van een deel van het bijenvolk onder aanvoering van een koningin. Zij gaat een nieuw volk vormen. Een dag of acht, negen, voordat de nieuwe moer of koningin uit de koninginnecel komt, verdwijnt de oude moer met een deel van het volk. De moer wordt door de werkbijen wat meer voor het vliegen geschikt gemaakt door haar enorme legtempo wat te temperen. Dit doen ze door het eiwitrijke voedsel, dat de moer anders krijgt, wat te minderen. Het zware achterlijf slinkt dan in en de moer krijgt krachten om de vleugels te kunnen uitslaan of anders gezegd om te kunnen zwermen. [N 63, 29a; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 99; monogr.]
II-6
|
22032 |
zweven |
ronddraaien:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ró.ntdréén (K361p Zolder),
rondloeren:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ró.ntlōē.re (K361p Zolder)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: zweven, planeren? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21113 |
zwoord |
zwaard:
zwōͅr (K361p Zolder)
|
zwoerd [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
21456 |
één frank |
frank:
dən inkomprɛis is nə fran (K361p Zolder),
n⁄entree es ne frank (K361p Zolder)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|