34156 |
droogstaan |
droogstaan:
drȳxstōǝn (K361p Zolder),
drøxstān (K361p Zolder)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25126 |
druilerig en koud weer |
treuzelig:
treurelig.
trøzəlex (K361p Zolder)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
19023 |
druk |
druk:
drøk (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Maurits])
|
Algemeen gebruikte benaming voor de druk in het gesteente. [monogr.; N 95, 524; N 95, 357; N 95, 385; N 95, 843; N 95, 324; Vwo 292]
II-5
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (K361p Zolder)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
28383 |
dubbelkettingtransporteur |
pantser:
pa.nsǝr (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Laura, Julia]),
prünte:
pry.ntǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zolder]),
prünter:
pry.ntǝr (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583]
II-5
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
dauf (K361p Zolder),
douf (K361p Zolder),
doͅuvən hoən ... (K361p Zolder),
en dooef (K361p Zolder),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
douf (K361p Zolder),
Pl. [dòu.ve]
dòuf (K361p Zolder)
|
duif [GTRP (1980-1995)] || Duif (algemeen). || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)] || Duif. [Goossens 1b (1960)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
meeuw:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
en mīēf (K361p Zolder)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22130 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is: in de middenmoot (vliegen) |
in de mids van de prijzen vliegen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
in e mits van e preis vlīē.ge (K361p Zolder)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22160 |
duif die in de eerste prijzen valt |
kopduif:
kópdouf (K361p Zolder),
kopvlieger:
NB kópvlîe.ge: (duivent.) in de eerste prijzen vallen, vooraan vliegen.
kópvlîe.ger (K361p Zolder)
|
Duif die zich vaak vooraan in de prijzen klasseert. || Vooraan gerangschikte duif.
III-3-2
|
21924 |
duif die kort van bouw is |
kortgestuikte, een -:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ne kórtgestóókde (K361p Zolder)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: kort van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|