e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

Gevonden: 3499
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geboortefeest avance (fr.): den avans (Zolder), Bracht vaak herbergbezoek mee met vroedvrouw en kind, wat soms tot gekke situaties leidde. (Vero.).  avans (Zolder) 1. (Vero.) Volksgebruik: traktatie na de doopplechtigheid, op kosten van peter en meter. || het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)] III-3-2
geboorteomhulsel van een veulen net: nęt (Zolder) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9
geboren worden geboren werden: geboo.re wié.re (Zolder) Geboren worden (jong zijn). [N 115 (2003)] III-2-2
gebruik gebruik: Das en aa.t gebreù.k.  gebreù.k (Zolder), gewente: gewinte (Zolder) Gebruik, ook gewoonte. || Gewoonte. III-3-2
gedeeltelijk opvullen slecht caleren: slɛxt kalērǝ (Zolder  [(Zolder)]   [Winterslag, Waterschei]) Open ruimten in de opvulling laten. Dit werd volgens Lochtman (pag. 173) vroeger, toen er nog met de hand werd opgevuld, uit luiheid gedaan. Volgens een invuller uit Q 121 kon de term "pfuschen" ook worden gebruikt voor het verwerken van oud hout in de opvulling in plaats van stenen. Dit was ten strengste verboden omdat het mijnschade kon veroorzaken. Zie ook het lemma Een Stuk Mijngang Onopgevuld Laten, Wld II.4, pag. 82. [N 95, 553; N 95, 554; monogr.; div.] II-5
gedrukt gedouwd: gǝdǫu̯t (Zolder) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9
geelgors gele schrijver: gele schrijver (gew.uitspr.) (Zolder) geelgors III-4-1
geen ... waard waard: weijrd (Zolder) Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)] III-3-1
geerakker geerhoek: gīrhok (Zolder) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: gāpe (Zolder) geeuwen (als men slaperig is) [ZND 34 (1940)] III-1-2