e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trouwboekje trouwboekje: troubukske (Zonhoven), trouwbukske (Zonhoven) het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)] || trouwboekje III-2-2
trouwen trouwen: trouwe (Zonhoven), trouwen (Zonhoven, ... ) door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] || koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] || trouwen || Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
trouwjapon trouwkleed: troukliet (Zonhoven) trouwjurk III-2-2
trouwkostuum bruidegom trouwkostuum: troukestuum (Zonhoven) trouwkostuum III-2-2
trouwring trouwring: trourè.nk (Zonhoven), trouwrenk (Zonhoven) een trouwring [N 96D (1989)] || trouwring III-2-2
trui vareuse (fr.): Fr. vareuse.  vereus (Zonhoven) *vareus: pull-over, trui III-1-3
tuberculose tering: tering (Zonhoven) Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, tbc, teebee). [N 107 (2001)] III-1-2
tuieren tuieren: tø̜̄.rǝ (Zonhoven) Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.] I-11
tuierpaal tuier: tø̜̄r (Zonhoven), tuierpag: tø̄rpag (Zonhoven) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuin hof: hoo.f (Zonhoven), hōf (Zonhoven), hōəf (Zonhoven), ōf (Zonhoven) hof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] || tuin III-2-1