31054 |
een boogje breken |
glas in bogen breken:
glas in bogen breken (Q001p Zonhoven)
|
Het schrapglas in gebogen vorm breken, zodat men daarmee de zool kan schrappen. [N 60, 119c]
II-10
|
20505 |
een borrel drinken |
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ən drəpkən dreŋkə (Q001p Zonhoven),
een pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
in pakə (Q001p Zonhoven),
proeven:
pruuven (Q001p Zonhoven)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
smeren:
smērə (Q001p Zonhoven),
stroep óbbe boo.ëteram smee.ëre: siroop op de boterham smeren
smee.ëre (Q001p Zonhoven)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
28386 |
een brok steenkool |
klot:
klot (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Eisden])
|
Een dikke brok steenkool. [N 95, 464; monogr.]
II-5
|
22484 |
een cadeau geven |
geven:
geven (Q001p Zonhoven)
|
Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)]
III-3-2
|
34532 |
een ei |
ei:
ē (Q001p Zonhoven),
ēi̯ (Q001p Zonhoven),
ē̜i̯ (Q001p Zonhoven),
ęi̯ (Q001p Zonhoven),
eitje:
ēkǝ (Q001p Zonhoven)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|
32747 |
een geerakker ploegen |
een geer omakkeren:
nǝ gīǝr ømakǝrǝ (Q001p Zonhoven)
|
Afhankelijk van de gebruikte ploeg en de gevolgde ploegwijze kan de geer van een trapeziumvormige akker op verschillende manieren worden geploegd. Wordt de akker met een wentel- of een keerploeg bewerkt, dan kan men a) met de geer beginnen en dan - schuin tegen de geervoren aan - de lange voren ploegen, of b) met de lange voren beginnen en op de overblijvende geer korter wordende voren ploegen, waarbij tenslotte - schuin op de geervoren - nog enige lange sluitvoren worden geploegd. Op een uiteen te ploegen geerakker ploegt men vanaf de zijkanten eerst de lange voren, totdat men de in midden uitgezette geer bereikt. Daar ploegt men dan korter wordende voren, die in het midden (waar men moest keren) worden aangevuld met een aantal lange sluitvoren. Wordt die geerakker het jaar daarop bijeengeploegd, dan ploegt men in het midden eerst het daar uitgezette geerstuk bijeen; daarop laat men dan de lange voren volgen. Als een trapeziumvormige akker geploegd kan worden in voren die in dezelfde richting lopen als de evenwijdige korte en lange zijde van het stuk, hoeft men geen geer te ploegen. Voor het([...)-gedeelte van sommige varianten zie men het vorige lemma. [N 11, 64; N 11A, 126a + b + c + d; JG 1a + 1b; monogr.; A 33, 9 add.]
I-1
|
23950 |
een gelofte doen |
beloven:
iets beloven (Q001p Zonhoven)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
31022 |
een groef snijden |
gleuf trekken:
gleuf trekken (Q001p Zonhoven)
|
Een groef in het loopvlak van de zool maken. [N 60, 106c]
II-10
|
20131 |
een hond vleien |
strelen:
strelen (Q001p Zonhoven)
|
Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|