e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekheid maken gekken: gékke (Zonhoven), gékkə (Zonhoven) gekheid maken III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkenhuis (Zonhoven) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekleurde steek gele steek: gele steek (Zonhoven) De korte steek met gekleurd wasgaren. Voorheen werden de zolen wel eens met een gekleurd soort garen afgelapt. Geel was de meest gangbare kleur. Knöfel (I, pag. 200) zegt hierover: "De gelijkmatigheid der verschillende steken is vooral noodig bij het met open kant of met korte steken naaien, zoogenaamd aflappen met gelen of anderen steek. [N 60, 111c] II-10
geknield zitten op de knien zitten: op e kneien zitten (Zonhoven), op twee knien knielen: op twie kneien knielen (Zonhoven) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknotte wilg eind: eink (Zonhoven, ... ), sonk: seŋk (Zonhoven, ... ), sink (Zonhoven), wissensink: wissesi.nk (Zonhoven) knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)] || knotwilg, wilg die geknot wordt om aldus wissen te bekomen III-4-3
gekraagde roodstaart plaaischijtertje: plaaejschèeterke (Zonhoven), roodstaart: phoenicurus phoenicurus en phoenicurus ochrurus  rutjstɛrt (Zonhoven) gekraagde roodstaart || roodstaart III-4-1
gekruld haar gekruld haar: gəkroͅldə huoͅr (Zonhoven), krulhaar: krolhaər (Zonhoven) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: dije mot gēld hubben om oer schuld te vereffenen (Zonhoven), ech be mə gɛlt kwejət (Zonhoven), ech ze mə geͅlt kwejət (Zonhoven), ech zäjə mə geͅilt kwäjət (Zonhoven), gē[i}ld (Zonhoven), gèljd (Zonhoven), hije es vaoder zenne jas en moeder heur gèljd, vaor z`n kou en vaor zennen hond (Zonhoven), moeder, bè wiejeme mot ich `t gejld haole (Zonhoven), xɛld (Zonhoven) geld [RND], [ZND 14 (1926)], [ZND 44 (1946)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)] III-3-1
gelderse roos balroos: (de bloemen gelijken, door vorm en kleur, op rozen): z. L.J. p. 80; V.D. balroos (gew.)  ba.lrōē.ës (Zonhoven), platbeer: platbeer (Zonhoven) gelderse roos || pioen, Gelderse roos III-4-3
gele kwikstaart koewachtertje: kouwachterke (Zonhoven) kwikstaart, gele — III-4-1